PKD - Polycystic kidney Disease
Wat houdt PKD precies in? PKD is de afkorting voor Polycystic Kidney Disease. Het is een erfelijke aandoening die bij katten voorkomt.
Katten met PKD hebben in beide nieren meerdere cystes (= met vocht gevulde holtes). Zowel het aantal cystes als de omvang van de cystes zal toenemen met het ouder worden van de kat. (De grootte kan varieren van enkele mm's tot enkele cm's). Deze cystes verdrukken het gezonde nierweefsel waardoor de nierfunctie minder zal worden. Je kunt het vergelijken met een ballon die langzaam opgeblazen wordt en door het groter worden het nierweefsel daaromheen verdrukt. Uiteindelijk zal er chronisch nierfalen optreden.
Klachten ontstaan dan ook meestal pas op latere leeftijd. Gemiddeld pas rond de 6-7 jaar komen de eerste klachten van nierproblemen naar voren.
Waarom moet er getest worden op PKD? PKD is een gevaarlijke ziekte. Doordat de ziekte pas na jaren aan het licht komt is het van belang om de ziekte al in een vroeg stadium aan te tonen, zodat er met deze PKD positieve dieren niet wordt gefokt! Als er niet op getest wordt kan een PKD lijder al meerdere generaties verwekt hebben voordat de ziekte zich openbaart. Het is dus van groot belang dat de ziekte door alle katteneigenaren die willen fokken onderkend en onderzocht wordt om de ziekte een halt toe te roepen.
Hoe is PKD in Nederland terecht gekomen? PKD is in Nederland terecht gekomen door de import van aan PKD lijdende katten uit Amerika. Er is een duidelijke verschil in voorkomen tussen de rassen. PKD komt het meest voor bij de Perzische kat en Exotics. (naar schatting heeft 1/3 van de perzenpopulatie in Nederland deze aandoening). Ook bij een aantal rassen, waarin in het verleden door middel van kruisingen kenmerken van Perzen of Exotics werden ingebracht, komt PKD voor. Bijvoorbeeld de Britse Korthaar, de Heilige Birmaan en de Ragdoll.
PKD wordt veroorzaakt door een fout in het DNA waardoor een bepaald eiwit dat van belang is voor een goede nierfunctie verkeerd wordt aangelegd. PKD overerft dominant. Dat betekent dat bij aanwezigheid van één allel PKD1 de ziekte tot uiting komt. Een allel is een drager van erfelijke informatie. Er zijn 2 allelen: PKD1 en pkd1.
Wat zijn de symptomen van PKD? Zolang de nieren nog voldoende functioneren zullen er geen klachten zijn. Zodra de nierfunctie achteruit gaat en meer dan 70% van het nierweefsel is aangetast zal de kat symptomen van nierfalen krijgen. Dit kan jaren duren.
bron: http://www.dierenkliniekwilhelminapark.nl/dierinfo/kat/pkd.html
Katten met PKD hebben in beide nieren meerdere cystes (= met vocht gevulde holtes). Zowel het aantal cystes als de omvang van de cystes zal toenemen met het ouder worden van de kat. (De grootte kan varieren van enkele mm's tot enkele cm's). Deze cystes verdrukken het gezonde nierweefsel waardoor de nierfunctie minder zal worden. Je kunt het vergelijken met een ballon die langzaam opgeblazen wordt en door het groter worden het nierweefsel daaromheen verdrukt. Uiteindelijk zal er chronisch nierfalen optreden.
Klachten ontstaan dan ook meestal pas op latere leeftijd. Gemiddeld pas rond de 6-7 jaar komen de eerste klachten van nierproblemen naar voren.
Waarom moet er getest worden op PKD? PKD is een gevaarlijke ziekte. Doordat de ziekte pas na jaren aan het licht komt is het van belang om de ziekte al in een vroeg stadium aan te tonen, zodat er met deze PKD positieve dieren niet wordt gefokt! Als er niet op getest wordt kan een PKD lijder al meerdere generaties verwekt hebben voordat de ziekte zich openbaart. Het is dus van groot belang dat de ziekte door alle katteneigenaren die willen fokken onderkend en onderzocht wordt om de ziekte een halt toe te roepen.
Hoe is PKD in Nederland terecht gekomen? PKD is in Nederland terecht gekomen door de import van aan PKD lijdende katten uit Amerika. Er is een duidelijke verschil in voorkomen tussen de rassen. PKD komt het meest voor bij de Perzische kat en Exotics. (naar schatting heeft 1/3 van de perzenpopulatie in Nederland deze aandoening). Ook bij een aantal rassen, waarin in het verleden door middel van kruisingen kenmerken van Perzen of Exotics werden ingebracht, komt PKD voor. Bijvoorbeeld de Britse Korthaar, de Heilige Birmaan en de Ragdoll.
PKD wordt veroorzaakt door een fout in het DNA waardoor een bepaald eiwit dat van belang is voor een goede nierfunctie verkeerd wordt aangelegd. PKD overerft dominant. Dat betekent dat bij aanwezigheid van één allel PKD1 de ziekte tot uiting komt. Een allel is een drager van erfelijke informatie. Er zijn 2 allelen: PKD1 en pkd1.
- Allelen komen altijd gepaard voor en hierdoor zijn de volgende combinaties mogelijk:
- pkd1/pkd1. De kat is PKD vrij.
- PKD1/pkd1. De kat is lijder en zal in de toekomst PKD krijgen. Hij of zij kan PKD aan de volgende generatie doorgeven.
- PKD1/PKD1: Uit recent onderzoek is gebleken dat deze genetische combinatie niet voorkomt bij volwassen dieren. Dit duidt erop dat het om een dodelijke afwijking gaat waarbij de kittens als embryo al sterven of vlak na de geboorte overlijden. (Het moment van overlijden is nog niet duidelijk)
Wat zijn de symptomen van PKD? Zolang de nieren nog voldoende functioneren zullen er geen klachten zijn. Zodra de nierfunctie achteruit gaat en meer dan 70% van het nierweefsel is aangetast zal de kat symptomen van nierfalen krijgen. Dit kan jaren duren.
- De symptomen van nierfalen zijn
- verminderde eetlust
- vermageren
- veel drinken en veel plassen
- minder actief
- bij buikpalpatie kunnen grote bobbelige nieren te voelen zijn
- uitdroging, de huid blijft staan als je deze optilt
- bleke slijmvliezen door bloedarmoede
- braken
bron: http://www.dierenkliniekwilhelminapark.nl/dierinfo/kat/pkd.html